Tremanormen zijn de meest gebruikte normen voor alimentatieberekening. De termen behoefte en draagkracht zijn hierbij van belang. Men kijkt hierbij hoeveel de ene partner nodig heeft en hoeveel de andere partner kan betalen.
Wat betreft behoeften bij de kinderen wordt de tabel ‘Kosten van de kinderen’ van het Nibud gebruikt.
Globaal gezien ziet de alimentatieberekening er als volgt uit:
Netto besteedbaar inkomen
Minus:
- de alimentatievrije voet; dit is de bijstandsnorm;
- de woonkosten (waarvan afgetrokken een minimale huur);
- de premie zorgverzekering (waarvan afgetrokken de nominale premie);
- overige relevante kosten; zoals aflossing schulden, premie levensverzekeringen etc.
Wat er overblijft, is de draagkrachtruimte. Hiervan wordt een bepaald percentage genomen voor de betaling van de kinder– en partneralimentatie. Het percentage is afhankelijk van de gebruikte methode en de leefsituatie van de onderhoudsplichtige.