De eerste formele stap in een echtscheidingsprocedure is het (laten) opstellen van een verzoekschrift tot echtscheiding. Dit kan een gemeenschappelijk verzoekschrift zijn, maar het kan ook een eenzijdig verzoek zijn die door één van u beiden worden ingediend. Een advocaat dient het verzoekschrift tot echtscheiding in bij de rechtbank. Wanneer uw huwelijk ‘duurzaam ontwricht’ is, verklaart de rechter u officieel gescheiden.

Gemeenschappelijk verzoekschrift
Wanneer u in goed overleg uit elkaar gaat en u het samen eens bent over de scheiding, dient u een gemeenschappelijk verzoekschrift tot echtscheiding in. U maakt dan samen afspraken over de echtscheiding en de gevolgen hiervan. Dit wordt in een echtscheidingsconvenant vastgelegd die met het verzoekschrift wordt meegestuurd.

Eenzijdig verzoekschrift
Wanneer één van u beiden het initiatief neemt voor de scheiding en u het niet eens bent over bepaalde zaken, dan kunt u een eenzijdig verzoekschrift tot echtscheiding laten indienen bij de rechtbank.

Voorlopige voorziening
De procedure tot echtscheiding kan veel tijd in beslag nemen. Met name als u het niet eens kan worden over de te maken afspraken. Om die reden kan het nodig zijn om een voorlopige voorziening te laten treffen.

De rechter neemt bij een voorlopige voorziening een voorlopige beslissing over die zaken waarover u het niet eens bent. Zo’n beslissing van de rechter over een voorlopige voorziening geldt alleen tijdens de procedure. U kunt niet in hoger beroep gaan tegen een uitspraak over een voorlopige voorziening.
Een voorlopige voorziening kan worden getroffen voor:

U kunt een voorlopige voorziening via uw (mediator) advocaat aanvragen. U kunt dit tijdens of voorafgaand aan de scheidingsprocedure doen.

Nevenvoorzieningen (Definitieve voorzieningen):
Op het moment dat de voorlopige voorzieningen zijn ingesteld, keert de rust zo veel mogelijk terug en kunnen partijen zich richten op het definitief regelen van de gevolgen van de echtscheiding. Definitieve afspraken over de gevolgen van de echtscheiding en beslissingen die de rechtbank daarover neemt, worden ‘nevenvoorzieningen’ genoemd. Zodra het huwelijk door echtscheiding is ontbonden, beginnen de nevenvoorzieningen te gelden. Op dat moment vervallen de voorlopige voorzieningen.
De rechter kan een nevenvoorziening treffen voor:

Verzoek tot nevenvoorziening
In geval van een nevenvoorziening beslist de rechter over een verzoek dat te maken heeft met uw echtscheiding, zoals de alimentatie, boedelverdeling, minderjarige kinderen en huur of gebruik van de echtelijke woning.

Bezwaar tegen eenzijdig verzoekschrift
Als de ander het niet eens is met het eenzijdig verzoekschrift, kan hij/zij hiertegen bezwaar maken door het voeren van verweer. De ander kan ontkennen dat uw huwelijk duurzaam is ontwricht, of kan een voorwaarde stellen voordat hij/zij akkoord gaat met de echtscheiding. De voorwaarde is dan dat de echtscheiding niet wordt uitgesproken voordat er maatregelen zijn genomen voor het geval u komt te overlijden. Dat kan als bestaande vooruitzichten op een uitkering of nabestaandenpensioen door de echtscheiding verloren gaan of ernstig zouden verminderen.

Als de rechter dit verweer accepteert, wordt de echtscheiding niet uitgesproken, voordat er tussen u en uw partner een redelijke regeling is getroffen. Ook kan de ander bezwaar hebben tegen verzoeken die met de echtscheiding samenhangen, bijvoorbeeld ten aanzien van alimentatie of gezag (de nevenvoorzieningen).
De termijn voor het voeren van verweer bedraagt zes weken vanaf het moment dat de partner het verzoekschrift heeft ontvangen.

Ook tegen een voorgestelde nevenvoorziening (bijvoorbeeld over het gezag over de kinderen of de hoogte van de alimentatie) kan één van de partners bezwaar maken. De rechter kan besluiten om deze bezwaren in een aparte zitting te behandelen.

Wanneer is de echtscheiding officieel?
De echtscheiding is pas officieel als de uitspraak van de rechter is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Binnen zes maanden na de uitspraak van de rechter moet de beschikking zijn ingeschreven bij de gemeente waar u bent getrouwd. Gebeurt dit niet, dan blijft uw huwelijk in stand omdat de beschikking zijn rechtskracht heeft verloren.